Column – Dit weekend is het carnaval, niet alleen in de zuidelijke provincies Brabant en Limburg maar ook in de Achterhoek en andere katholieke gedeelten van het land en zelfs in Rheden.
Uw columnist heeft lang in Limburg gewoond en houdt wel van wat lekkers en tradities.
Bij het Limburgse carnaval (Vastelaovend) worden gebakjes of koekjes gemaakt. Ze heten Nonnevotten: nonnenkonten. Misschien niet direct iets dat u associeert iets smakelijks.
Het is eenvoudig, zoet en moet zo vers mogelijk gegeten worden. Heerlen en Sittard zijn inmiddels aan elkaar vast gebouwd, toch is er een duidelijk taalgrens: nonnevotten worden in Heerlen Poeffele genoemd en in andere plaatsen heten ze ook wel Sjtrikke.
Wat is het? Bloem, melk, gist, boter, suiker en vet/olie om in te bakken. Daar maak je een deeg van dat kunstig in een strik gevouwen wordt en vervolgens gefrituurd. Zie hier een paar varianten: recept 1 en recept 2
Wat is de geschiedenis? Waarschijnlijk komt het gebak uit Duitsland (Aken net over de grens bij Sittard kent het ook). Het wordt gebakken met carnaval en zelfs in de periode van 11 november tot carnaval is het verkrijgbaar.
Nu zelfs het hele jaar; als er vraag naar is, waarom zou je het als bakker dan niet verkopen?!
Vast staat dat er in 1676 onderhandelingen waren tussen het stadsbestuur van Sittard en hoge Franse militairen die de stad wilden innemen. Zij werden getrakteerd op nonnevotten.
Er zijn twee verklaringen voor de toch wat merkwaardige benaming.
De eerste is dat de Franciscanessen nonnen in de 17de eeuw deze lekkernij in ruil aanboden aan mensen die hun vodden kwamen brengen.
De tweede is dat in Sittard nonnen rondliepen met een strik op de achterkant van hun habijt. Beide verklaringen zijn strijdig met de Duitse herkomst.
Wat maakt het ons uit? Als je maar lol hebt. Veel plezier met carnaval.
