De Status van Steetzel: De liftschacht

Foto: De Status van Steetzel

COLUMN – Wolrinka Steetzel uit Dieren schrijft Blogs over situaties uit haar leven, dit keer: De liftschacht.

Het was op een zaterdagochtend, ergens in januari, ik was net iets te laat opgestaan, terwijl ik wist dat er die ochtend killerijzel was en ik dus eerder van huis moest om op tijd op mijn werk te kunnen zijn. Natuurlijk heb ik dit niet gedaan. Ik vertrok tien minuten later dan dat ik op een zomerse dag zou doen.

Alle doem- en ellendevoorspellingen bleken reuze mee te vallen. Er lag zo’n 200 kilo zout op mijn route dus geen centje pijn. Maar omdat code oranje, dood en verderf door je hoofd blijft gaan, dat was immers voorspeld, ga je onbewust in de slakkengangmodus. Desalniettemin, was ik op tijd op mijn werk.

Ik had me toch een partij geen zin in die telefoontjes, dit kwam mede omdat ik de avond ervoor net iets te laat naar bed was gegaan en ik dat derde wijntje beter niet had kunnen nemen. Ik dacht dan ook bij mijzelf, mensen ga iets nuttigs doen, op de bank liggen, in het bos wandelen, maar bel vooral niet uw bank. Blijkbaar had ik lichtelijk ontwikkelde telepathische gaven want het was redelijk rustig.

Na een uurtje gewerkt te hebben, ging ik voor een rokertje de lift in. Ik drukte op 0 en reisde af naar beneden. Op het moment dat de deuren van de lift opengingen, viel mijn pasje uit mijn handen recht de sleuf van de lift in, richting fundering. Weg pas! Dit pasje heb je nodig om je computer te activeren, het pand en de afdeling binnen te komen en het houdt alles bij wat je doet op een dag, vrij belangrijk dus.

Tja en dan? Ik kon de afdeling niet meer op, want daar heb je een pas voor nodig. Ik kon mijn pc niet meer ontgrendelen want ook daar heb je een pas voor nodig. Zoals ik mij die ochtend voelde, was dat overigens het minste probleem. Door de situatie kon ik geen rokertje doen. Als ik het pand uitging de parkeergarage in, kwam ik er niet meer in. Mijn verslaving viel dus best mee aangezien ik koos om weer naar boven te gaan.

Weer boven aangekomen ben ik voor de dichte deur gaan staan om te wachten totdat een collega of koffie ging halen, of naar de wc moest, of een rokertje wilde doen. Uiteraard wilde niemand één van deze opties gedurende een kwartier.

Uiteindelijk verscheen er iemand. Ik bonkte op het raam: “laat me erin, laat me erin!” Een collega liet me binnen en ik kreeg een vervangende pas zodat ik mijn werkzaamheden weer kon hervatten.

Ik had nog even een zaklampappje op mijn telefoon geïnstalleerd en ging op mijn knieën in de lift, door de kier kijken of ik mijn pas zag. Anderhalve meter onder de bodem van de lift: alleen zand, geen pas. Omdat ik bang was geplet te worden door de liftdeuren, dat kwam namelijk wel vaker voor, ben ik mijn zoekactie gestaakt.

Uiteindelijk was mijn halve werkdag voorbij en ging ik huiswaarts, daarbij een collega escorterend die door de gladheid niet alleen naar huis durfde te rijden.

Het was weer een bijzondere dag.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen