De wintertijd gaat weer in, en nu in de nacht van 28 op 29 oktober. De klok gaat één uur achteruit, van 03:00 naar 02:00 uur. Het wordt vannacht 2 keer 3 uur, u heeft dus een uur extra, dus één uur extra slapen!
Een handig ezelsbruggetje om te onthouden wanneer de klok vooruit gezet moet worden: “In het Voorjaar de klok Vooruit” (zomertijd) dus in het najaar achteruit naar de wintertijd .
Wintertijd is in feite de normale tijd en deze duurt vijf maanden. Tijdens de zomertijd wordt er afgeweken van deze standaardtijd. Op de laatste zondag van oktober gaat de wintertijd in en op de laatste zondag van maart gaat de klok weer één uur vooruit en missen we één uur.
Vroeger was er nooit sprake van zomer- en wintertijd. Er was gewoon een standaardtijd. Deze standaardtijd werd vanaf 1909 in Nederland ingevoerd. Pas in de tweede wereldoorlog was er sprake van een zomertijd en dus ook een wintertijd. De oliecrisis in 1973 zorgde ervoor dat ongeveer 70 landen een zomer en een wintertijd ging gebruiken. Het idee achter het invoeren van de zomertijd is het bezuinigen van energie: het blijft dan immers langer licht.
De keerzijde van de medaille is dat sommige mensen moeite kunnen hebben bij het aanpassen aan de nieuwe tijd. Het bioritme kan dus wel degelijk verstoord worden doordat de klok een uur achteruit of vooruit gaat.
