Reportage: PHS en extra goederentreinen – Wat, waar en wanneer? (Deel 5)

REGIO – Op dit moment is het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) en de daarmee samenhangende stijging van het aantal goederentreinen in de regio een zeer actueel onderwerp. Niet voor iedereen is duidelijk wat er nu precies aan de hand is en waarom het juist nu actueel is. Aan de hand van meerdere publicaties wordt u in eenvoudig en helder taalgebruik verteld wat het PHS inhoudt, krijgt u antwoord op de vraag waarom er veel weerstand is en worden onduidelijkheden verhelderd.

REGIO – Op dit moment is het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) en de daarmee samenhangende stijging van het aantal goederentreinen in de regio een zeer actueel onderwerp. Niet voor iedereen is duidelijk wat er nu precies aan de hand is en waarom het juist nu actueel is. Aan de hand van meerdere publicaties wordt u in eenvoudig en helder taalgebruik verteld wat het PHS inhoudt, krijgt u antwoord op de vraag waarom er veel weerstand is en worden onduidelijkheden verhelderd.

 

Deel 5 – Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) – Incidenten op het spoorwegnet

Als er een incident of calamiteit op het spoor plaats vindt, dan volgen de hulpdiensten en organisaties (ProRail, NS, Syntus, Veolia, Connexion) die verantwoordelijk zijn voor het spoorwegnet een landelijk vastgelegde procedure. Dit wordt een Trein Incident Scenario (TIS) genoemd. Hierin kunnen we een vijftal groepen onderscheiden die gemaakt zijn op basis van het type incident. Deze groepen zijn verdeeld in een viertal subgroepen, oplopend van de kleinste omvang (1) naar de meest complexe situatie (4).

TIS1 (1.1 – 1.4): Verstoring treindienst

TIS2 (2.1 – 2.4): Brand

TIS3 (3.1 – 3.4): Aanrijding of ontsporing

TIS4 (4.1 – 4.4): Gevaarlijke stoffen

TIS5 (5.1 – 5.4): Bommelding

 

TIS 1

Het gaat hier in het algemeen over incidenten met het materieel van de spoorwegmaatschappijen en/of de beheerder ProRail en hier komen geen hulpdiensten bij te pas. Als er een trein defect is gegaan en deze kan niet meer verder, als er een wissel in het spoor defect is, praten we over een TIS1.

Afhankelijk van het effect op de rest van het spoorwegnet, de grote van de verstoring en de verwachting hoe snel de verantwoordelijke organisatie, de storing verholpen heeft, krijgt TIS1 zijn gradatie TIS 1.1 is snel opgelost, en TIS 1.4 heeft effect op een groot gedeelte van het spoorwegverkeer en is niet snel opgelost.

 

TIS 2

Bij TIS 2 gaat het om scenario’s waarbij sprake is van brand, in dit geval wordt de grote bepaald door de Spoorwegbeheerder ProRail, niet door de brandweer.

 

TIS 2.1: een bermbrand langs het spoor.

TIS 2.2: een kleine brand in een trein of station.

TIS 2.3: een grote brand in een trein.

TIS 2.4: een grote brand in een station of tunnel.

 

TIS 3

TIS 3 beschrijft scenario’s voor aanrijdingen en botsingen waarbij slachtoffers betrokken zijn, variërend van een aanrijding met één klein voertuig tot een zeer ernstige aanrijding waarbij meerdere slachtoffers betrokken zijn en de trein of delen daarvan ernstig beschadigd zijn.

TIS 3.1: aanrijding trein met een persoon, fiets, bromfiets of ander klein voorwerp.

TIS 3.2: aanrijding trein met een klein wegvoertuig (auto / bestelbus en dergelijke).

TIS 3.3: ontsporing van een trein, met slachtoffers of aanrijding tussen een trein met een andere trein, of een groot voertuig (bus/vrachtauto) waardoor wagenstellen niet vervormd, gekanteld of gestapeld zijn.

TIS 3.4: ontsporing met slachtoffers of aanrijding tussen een trein met een andere trein, een groot voertuig of object waardoor wagenstellen vervormd, gekanteld of gestapeld zijn.

 

TIS 4

TIS 4 is gereserveerd voor incidenten met gevaarlijke stoffen, als dit het geval is heeft de brandweer, die hier een primaire rol in speelt, de leiding en een eigen procedure, die in “Deel 4: Het optreden van de brandweer bij een ongeval met gevaarlijke stoffen op het spoor”, wordt behandeld .

TIS 4.1: een klein ongeval met gevaarlijke stoffen, zoals een druppelende afsluiter of blazende veiligheid.

TIS 4.2: een brand waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.

TIS 4.3: een ontsnapping van een gevaarlijke stof waarbij de effecten beperkt blijven tot het brongebied.

TIS 4.4: een ongeval met gevaarlijke stoffen waarbij duidelijk sprake is van een effectgebied.

 

TIS 5

Met TIS 5 worden de scenario’s beschreven waarin sprake is van een bommelding, bomvinding of explosie waarbij sprake is van een bom.

TIS 5.1: er is een anonieme bommelding gedaan of sprake van verdacht gedrag.

TIS 5.2: er is een verdacht voorwerp of bom  gevonden op het vrije spoor.

TIS 5.3: er is een verdacht voorwerp of bom  gevonden in een trein, in een station, of in een spoortunnel.

TIS 5.4: er is sprake van een bomexplosie in trein, station of in een spoortunnel.

Deel 6 van deze reportage vertelt kort hoe de hulpverlening in zijn werk gaat bij een incident of calamiteit, in deel 7 (slot) volgt een samenvatting van de voorgaande delen en een verantwoording. Tot uiterlijk 15 maart a.s. kan een zienswijze ingediend worden, de redactie van Rheden.Nieuws.nl hoopt te bewerkstelligen dat u middels de informatie uit deze reportage een goed geïnformeerd besluit kunt nemen om dit wel of niet te doen.   

 

Eerder verschenen delen kunt u terugvinden in het dossier “Programma Hoogfrequent Spoorvervoer” op deze website

 

Meer informatie

Rheden.Nieuws.nl (dossier Programma Hoogfrequent Spoorvervoer)

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

ProRail

RONA (Gezamenlijke Belangenorganisaties)

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen