Reportage: PHS en extra goederentreinen – Wat, waar en wanneer? (Deel 3)

REGIO – Op dit moment is het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) en de daarmee samenhangende stijging van het aantal goederentreinen in de regio een zeer actueel onderwerp. Niet voor iedereen is duidelijk wat er nu precies aan de hand is en waarom het juist nu actueel is. Aan de hand van meerdere publicaties wordt u in eenvoudig en helder taalgebruik verteld wat het PHS inhoudt, krijgt u antwoord op de vraag waarom er veel weerstand is en worden onduidelijkheden verhelderd.

REGIO – Op dit moment is het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) en de daarmee samenhangende stijging van het aantal goederentreinen in de regio een zeer actueel onderwerp. Niet voor iedereen is duidelijk wat er nu precies aan de hand is en waarom het juist nu actueel is. Aan de hand van meerdere publicaties wordt u in eenvoudig en helder taalgebruik verteld wat het PHS inhoudt, krijgt u antwoord op de vraag waarom er veel weerstand is en worden onduidelijkheden verhelderd.

 

Deel 3 – Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) – Overzicht van de nadelen

 

Wat zijn de nadelen?

Zoals besproken in het vorige deel ondervindt het oosten van Nederland de meeste nadelen van het PHS. Doordat er plaats gemaakt moet worden voor het reizigersvervoer, moet het goederenvervoer een andere weg zoeken. Vanuit Rotterdam loopt de Betuwelijn via Zevenaar richting Duitsland en bedient daarmee het Ruhrgebied en Midden Europa.

Noord-Duitsland en Oost Europa kunnen echter niet aangeleverd worden via dit traject. Daarom is er voor gekozen deze treinen ter hoogte van Elst vanaf de Betuwelijn over bestaand spoor naar de grens bij Oldenzaal te leiden.

De aankomende tien jaar wordt een enorme groei verwacht in het goederenvervoer van 20 treinen nu naar ongeveer 70 treinen in 2020. Er moet aan deze bestaande trajecten veel verbouwd worden, voordat de goederentreinen er “veilig” over kunnen rijden. Er is ook veel onzekerheid onder de bewoners van de gebieden, omdat nog niet precies duidelijk is hoe de definitieve trajecten komen te liggen.

 

Wat betekent het voor de IJssellijn, traject Arnhem-Zutphen?

Het traject Arnhem – Zutphen loopt door negen woonkernen, achtereenvolgens: Arnhem – Velp – Rheden – De Steeg – Dieren – Spankeren – Leuvenheim – Brummen – Zutphen. Het spoor loopt verder vlak langs Ellecom, en heeft tientallen spoorwegovergangen.

Overlast door trillingen en geluid

Doordat goederentreinen zwaarder en minder geïsoleerd zijn dan reizigerstreinen, levert dit naar alle waarschijnlijkheid meer trillingen en geluidsoverlast op. Voor maximale overlast door trillingen bestaat geen wetgeving. Er wordt per geval onderzocht of dat trillingen ongeoorloofde schade veroorzaken en of dit wel of niet toelaatbaar is.

Voor maximaal toelaatbare geluidsoverlast bestaat wel wetgeving. Vooraf wordt onderzocht of de geluidsoverlast na de verbouw toelaatbaar is. In de wet zijn mogelijkheden de normen beperkt te overschrijden.  

Bereikbaarheid

Het spoor “snijdt” negen woonkernen doormidden (zie boven). Als er meer, en langere, treinen gaan rijden zullen spoorwegovergangen langer gesloten blijven. In de onderzoeken wordt bekeken of de te verwachten wachttijden toelaatbaar zijn, of dat er aanpassingen gedaan moeten worden (bijv. tunnels, viaducten of verwijderen overgangen). Bewoners zijn er bang voor dat de onderlinge bereikbaarheid van de woonkernen hierdoor verslechterd.

Veiligheid

Een veel besproken nadeel is de veiligheid. In de onderzoeken wordt bekeken hoe groot het risico is dat er een ongeluk gebeurd. Hierbij spelen veel factoren een rol: o.a. overwegen, woongebieden en inhoud van de trein (gevaarlijke stoffen).

Ook wordt onderzocht dat als er een ongeluk gebeurt, hoe groot het risico is dat er slachtoffers vallen. Het verongelukken of ontsporen van een goederentrein binnen een woonkern levert hierin een veel groter risico dan als dat in het buitengebied gebeurt.

Critici zetten vraagtekens bij de controle op de samenstelling van de trein, een goederentrein bestaat uit vele wagons en sommige gevaarlijke stoffen worden nog gevaarlijker als ze bij elkaar komen. Ook worden veel (zeer) brandbare stoffen per trein vervoerd. Er wordt veel aan gedaan om het vervoer van gevaarlijke stoffen zo veilig mogelijk te laten plaats vinden, de kans dat er een ongeluk met deze stoffen gebeurt is erg klein, maar als er wat gebeurt zijn de gevolgen vaak groot.

Er zijn strenge richtlijnen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, ook zijn er maatregelen getroffen om het risico op – en de gevolgen van ongelukken zo klein mogelijk te houden. Eén daarvan is het Basisnet spoor, hierin is vastgelegd waar welke treinen mogen rijden, afhankelijk van het risico (zie ook artikel Rheden Nieuws, 22-feb) .

 

Deel 4 van deze reportage gaat verder in op het “begrip” gevaarlijke stoffen en wordt woensdag 7 maart gepubliceerd.

 

Eerder verschenen delen kunt u terugvinden in het dossier “Programma Hoogfrequent Spoorvervoer” op deze website

 

Meer informatie

Rheden.Nieuws.nl (dossier Programma Hoogfrequent Spoorvervoer)

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

ProRail

RONA (Gezamenlijke Belangenorganisaties)

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen