U hoort een sirene. Er rijdt een brandweerwagen of ander hulpverleningsvoertuig in uw buurt. Als u uit het raam kijkt ziet u dat het een grote wagen is.
U ziet ook dat uw straat aan twee kanten vol met geparkeerde auto’s staat. Gaat dat wel passen? En waar heb ik mijn auto ook alweer in alle haast neergezet? Toch niet in die krappe bocht?
Ruimte voor de hulpdiensten is iets waar veel mensen pas bij stilstaan als ze sirenes horen. Dat is logisch, want “hoe vaak komt nu zoiets bij mij in de straat voor..”, zult u misschien denken. Gelukkig niet vaak, maar bij brand of hulpverlening telt wel elke seconde. Verkeerd of dubbel geparkeerde auto’s hinderen hulpverleners als brandweer, politie en ambulance bij het bieden van snelle hulp.
Gelukkig hebben alle hulpdiensten heel goed opgeleide chauffeurs, die ook veilig door smalle en bochtige straatjes kunnen rijden. Toch is een beetje hulp nooit verkeerd.
Hoeveel ruimte is er eigenlijk nodig? En belangrijker: wat kunt u doen?
Het antwoord op de eerste vraag is simpel: veel. Om ongehinderd door een straat te kunnen rijden, hebben de hulpdiensten en vooral de brandweer veel ruimte nodig.
Daarom vraagt de brandweer u op de juiste manier te parkeren
- In bochten geparkeerde voertuigen kunnen de doorgang voor de brandweer tijdens calamiteiten ernstig hinderen.
- Zorg altijd voor een vrije wegbreedte van minimaal drieënhalve meter.
- Blokkeer nooit een brandkraan, bijvoorbeeld met uw auto of aanhangwagen.
Misvatting
Het is een misvatting dat alleen fout geparkeerde auto’s hulpdiensten kunnen vertragen. Ook auto’s die wel op de juiste plek staan kunnen hinderlijk zijn. Daarom vragen wij u om na het uitstappen van uw auto even stil te staan bij het feit dat er een hulpverleningswagen langs moet kunnen. Het zijn vaak de kleine dingen die net het verschil kunnen maken, zoals het netjes in en strak (tegen de stoep) in het parkeervak parkeren.
De hulpdiensten zoals brandweer, ambulance en politie bedanken u voor uw medewerking!
