COLUMN - In de vorige drie columns schreef ik hoe het opschrijven van mijn verhaal is vergaan, de mislukte eerste poging, hoe mijn planning van één jaar totaal onhaalbaar bleek en hoe de tweede poging verliep. Maar wat ik nog niet schreef is: waarom ik dit verhaal wilde vertellen.
Het is een vraag die ik de laatste tijd vaker krijg, waarom ik dit verhaal wil uitgeven, zeker omdat het een erg persoonlijk verhaal is en ik mezelf ook erg bloot geef. Er zijn meerdere antwoorden op die vragen, denk ik.
De eerste is dat ik graag schrijver wil worden, ik heb het altijd als een perfecte baan gezien voor mij. Ik zit nu al jaren in de bijstand omdat ik, vanwege psychische klachten, niet in staat ben om een full-time baan vol te houden. Een situatie die ook nooit meer volledig zal veranderen.
Het is niet zo zeer dat ik niet met autoriteit kan omgaan, maar het probleem bij mij is dat ik het leven redelijk doelloos vind. Dat is nu eenmaal hoe ik het zie, ik weet niet beter. Maar ik kan er goed mee omgaan, ik kan mijn leven invulling geven zodat ik er toch nog iets van nut in zie.
Dit lukt me echter niet als ik een baan heb, dan staat mijn leven in het teken van werk, werk waar ik dan met de dag ongelukkiger van word. Tot ik op een punt kom dat ik gewoon niet meer wil leven. Dus wat is dan beter dan een baan als schrijver? Waarbij ik zelf mijn tijd kan indelen en mensen ook nog eens willen lezen wat ik te vertellen heb. Het lijkt me geweldig.
Reden twee is dat ik, met mijn detentie, iets heb meegemaakt dat niet heel veel mensen meemaken, en dat het iets is dat (in mijn optiek in ieder geval) een goed onderwerp is voor een boek. Ik merk het aan de vragen die ik krijg, als ik vertel dat ik heb vast gezeten.
De eerste is meestal een voorzichtige: ‘mag ik daar iets over vragen?’ Waarop mijn antwoord is dat dat zeker mag, dat ik er anders ook niet over begonnen was. En vervolgens willen mensen alles weten, en mogen ze ook alles van me weten. Ik ben wat dat betreft een open boek. Een goed verhaal is een goed verhaal, ook al gaat het over de slechtste tijd van mijn leven. Bovendien ben ik van mening dat erover praten goed is, het helpt met de verwerking, net als het opschrijven ervan.
Bovendien denk ik dat mijn kijk op de wereld redelijk apart is, en misschien zelfs uniek te noemen, als ik moet geloven wat ik vaak van mensen om mij heen hoor. Dit komt misschien niet zo naar voren in de normale wereld, waar meer mensen zijn zoals ik. Maar des te meer in detentie, waar ik toch echt een buitenstaander was. Mijn advocaat bleef ook zeggen, tijdens onze gesprekken en bij de zitting, wat voor een a-typische verdachte ik was.
Reden drie, aansluitend op reden twee, is dat ik, zoals ik schreef, echt een open boek ben. Ik vertel makkelijk over mijn detentie en mensen mogen me alles vragen. Ik weet ook wel hoe dit komt, het is omdat ik geen zin heb om met zo’n enorm geheim rond te lopen. Om bang te moeten zijn dat vrienden die het weten iets zeggen, of zich verspreken, bij nieuwere vrienden die het dan niet zouden weten.
Dan is het net alsof ik weer 20 ben, toen ik nog niet voor mijn familie uit de kast was, maar wel voor mijn vrienden. En toen ik met een feestje de hele avond hoopte dat niemand iets zou zeggen dat bij mijn familie vragen zou opwekken.
Nee, daar heb ik helemaal geen zin meer in, dus ik vertel het vaak snel en dan is het aan de andere om hiermee te doen wat hij of zij wilt. En tot nu toe, kan ik zeggen, dat ik heel veel geluk heb gehad met de mensen die in mijn leven komen, niemand heeft me geschuwd of vermeden nadat ik ze het vertelde.
Dat het een heel persoonlijk verhaal is dat weet ik, en dat daar misschien ook negatieve reacties op kunnen komen, dat realiseer ik me. Ik moet ook toegeven dat ik het best spannend vond om de eerste column naar Rheden.nieuws te sturen. Dat was de eerste keer dat ik echt naar buiten trad als ‘ex-gedetineerde’ met daarnaast een foto van mijn hoofd. Daarna zou er geen weg meer terug zijn, en zou iedereen het kunnen weten.
Maar dat is iets dat ik moet doen, iets dat noodzakelijk is als ik mijn boek aan de man wil brengen. Het hoort erbij. Net als dat ik het als mijn taak zag om in mijn boek zo open en eerlijk mogelijk te zijn, want pas dan, zo denk ik, kan ik mensen echt deel laten uitmaken van mijn verhaal. Door alles op tafel te gooien, het goede, het lelijke, het pijnlijke en het verdrietige. Alleen met volledige openheid kan ik mijn verhaal vertellen.
Sebastiaan is ook te volgen op: Facebook .
https://rheden.nieuws.nl/column/ . Het nieuws van rheden.nieuws.nl
agram of krijg gratis onze dagelijkse of wekelijkse nieuwsbrief .