COLUMN - Arnhemse meestersmetselaar Carel Otto van Kesteren was in 1780 begonnen met het bouwen van Huize Laag-Soeren (nu beter bekend als Hotel Dullemond) zo heeft hij ook een allee aangelegd, beter bekend als Badhuislaan.
Daarbij behoorden ook diverse boerderijen en landerijen bij zijn bezit. In 1809 zou Carel Otto van Kesteren gestorven zijn en hebben zijn erfgenamen in 1817 merendeel van zijn landerijen verkocht waaronder ook Huis Laag-Soeren. De koper van het huis en landerijen was Gerrtit Jan van Rhemen die ook eigenaar was van de Gelderse toren in Spankeren (1817-1829). Hij heeft trouwens ook een weg aan laten leggen naar de Gelders Toren, die weg ligt er nog steeds, dat is de Broekdijk langs de Soerense Broek.
Hij verkocht het huis en de landerijen in 1829 aan luitenant generaal Ralph Dundas. Dundas, die onder meer gouverneur van Doesburg was (1829-1834), verkocht het weer aan Jacobus van Bronkhuyze, burgemeester van Leiden die tot 1847 eigenaar was.
Hierna werd het gekocht door mevrouw L.Poel-Luyden uit Amsterdam, zij was een kennis van de familie, Jut Pieter Nicolaas (jr) heeft het van haar vervolgens overgenomen. Zo werd Pieter Nicolaas eigenaar van het huis en bijbehorende landerijen. Jut Pieter Nicolaas, die op 26 mei 1786 in Amsterdam voor het eerst het levenslicht zag en later zichzelf Jut van Breukelerwaard noemde.
Jut was naar zijn vader vernoemd, Pieter Nicolaas (sr) Jut. Hij was getrouwd met Sara Westendorp en woonde in Amsterdam. Vader was een vermogend koopman. Rond 1808 werd Pieter (jr) en zijn broertje Dirk ingeschreven als 'Poorter van Amsterdam'. Pieter (jr) werd effectenhandelaar in Amsterdam. Hij reisde veel, zoals naar Duitsland waar hij in aanraking kwam met koud-water geneeskunde, Jut leed namelijk aan Jicht en liet zich door middel van koud-water geneeskunde behandelen en genas hiervan.
Na zijn genezing was Jut niet alleen een voorstander van watergeneeskunde maar deed hem besluiten om een soort kuuroord op te zetten in Nederland, dit deed hij op z'n landgoed. Dit gebouw bestaat nog steeds, beter bekend als Bethesda, Soeria en nu als Landgoed Laag-Soeren. Rond deze tijd nam hij zijn intrek in Huis Laag-Soeren.
Wat we ook weten is dat hij aan diverse doktoren onderdak heeft verleend in Huis Laag-Soeren, ook zijn gezelschapsdame Johanna Maria Estopeij die tot zijn dood bij hem heeft gewoond. Op 24 mei 1874 overleed hij in Laag-Soeren. Waar hij is begraven is, is een groot raadsel, net zoals een aantal broers en zussen die hij had. Merendeel van zijn familie woonde later in Breukelen. Dan kans is groot dat hij daarom zich zelf Jut van Breukelerwaard noemde.
Na zijn dood viel het huis en landerijen in het beheer van Betshesda (het kuuroord). Zij verhuurden het aan Berghede en A. Horsting die er later een hotel van maakte. In 1906 werd het hotel verhuurd aan de familie Dullemond. De huur met A. Horsting was namelijk opgezegd wegens problemen. Zo zijn er rond 1920 a 1930 diverse verbouwingen gedaan aan het Hotel, zo werd er een badkamer bij gebouwd, een veranda, serre en een garage.
Het hotel behoorde tot een van de luxe hotels gezien zij adverteerde met badkamer met warm stromend water en elektriciteit. Het hebben van stromend koud en warm water én elektriciteit was in die tijd een luxe. Elektriciteit had het huis al vrij vroeg, rond 1885 -1902, gezien Bethesda een vergunning had aangevraagd voor het opwekken van stroom waar het hotel en het naastgelegen postkantoor al op aangesloten waren. Het hotel had voornamelijk vaste klanten die uit het westen kwamen, zo kende het hotel zeer goeie jaren tot voor de oorlog.
Tijdens de tweede wereld oorlog kwamen Duitse militairen die in Laag-Soeren waren, bij het hotel. Waar ze naar alle waarschijnlijkheid regelmatig borreltjes deden. Zo heb ik eens oude rekeningen gevonden van drank wat het hotel ingekocht had. In deze periode kende de familie van het hotel ook een treurige gebeurtenis, hier wil ik niet al te veel over uitwijken met respect aan de nabestaanden.
Ik denk dat na de oorlog en al het achterstallig onderhoud het einde van het hotel eigenlijk wel in zicht was gekomen. Ik weet toevallig dat er aan de achterkant van het hotel ook een houten zomerhuisje stond. Mijn vader vertelde me ooit dat daar een natuurfotograaf / -filmer woonde genaamd Reinier Pfeijffers, die zelfs een natuurfilm had vertoont in Café Restaurant De Harmonie. Veel inwoners hebben deze film toen gezien. Voor mij is Reinier een inspiratie en voorbeeld, wat betreft mijn interesse in fotografie, natuur en geschiedenis, maar dat terzijde.
Zo rond 1970 sloot het hotel haar deuren, in 1972 heeft het haar deur nog heel even nog open gedaan voor hoog bezoek uit Den Haag, dit was op verzoek van Reinier Pfeijffers die achter in het houten huisje woonde. Zij hadden een uitleg gekregen in Nationaal Park Veluwezoom wat betreft het vangen van wild met, en het verbod op wildklemmen. Tot 1976 heeft de Rotary club hun maandelijkse vergadering nog hadden in een aparte ingerichte kamer.
Broer ( Wim ) en Zus ( Mientje) Dullemond hebben als laatste in het hotel gewoond, zij leefde voornamelijk in de keuken en de naastgelegen kamer. Het hotel (middelste deel van het pand) was niet meer toegankelijk wegens instortingsgevaar. In die periode is er ook een brand geweest in de schuur/stal, oorzaak was waarschijnlijk kortsluiting. Jongeren uit het dorp en naastgelegen camping vonden het hotel erg interessant en bezochten geregeld het hotel tot grote ergernis van Wim, die vaak de jongeren wegjoeg van het terrein.
Eigenlijk wel iets wat logisch is, ik moet er ook niet aan denken steeds vreemde mensen op mijn bankje te zien zitten in mijn tuin.
Helaas behoorde ik ook tot een van deze jongeren, maar wilde gewoon weten hoe het eruit zag van binnen, niet alleen de spanning maar ook de geschiedenis trok mij heel erg. Wetende dat mijn oma bevriend was met Mientje heb ik het toch maar laten rusten. De altijd vervelende Jack Russel op het erf zal daar ook zeker zijn aandeel in hebben gehad.
Zo rond 2005 begon het toch weer te kriebelen, wat zou er toch met het hotel zijn hoe heeft het er uit gezien? Toch maar eens naar mijn oma gegaan om te horen of zij iets wist. Ja hoor, daar kwamen de verhalen en ik zat weer op het puntje van m'n stoel. Ik kreeg toen ook te horen dat Wim was overleden en dat Mientje in verpleeghuis Gelders Hof woonde. Wegens haar gezondheid kon ze niet meer zelfstandig wonen en zeker niet in het hotel waar ze jarenlang heeft gewoond met haar broer.
Ik besloot haar toen op te zoeken in het Gelders Hof. Met bezwete handen stond ik daar aan de deur, het naambordje bij haar deur zie ik zo weer voor me. De deur ging open daar stond ze dan Mientje. Ja misschien wel mijn droom vrouw. Een vrouw die al mijn vragen kon beantwoorden. Ik was op zoek naar die mooie tijd, naar de verhalen wie er allemaal gezetten heeft en naar het beeld hoe mooi het vanbinnen was.
Helaas heb ik geen antwoorden gekregen op mijn vragen. Ze vertelde me dat het voor haar te veel vervelende dingen met zich mee had gebracht in de laatste jaren en dat ze het liever wilde laten rusten. Ze wees naar een stoel ze zei; 'dit is nog alles wat ik heb van het hotel'. Ik herkende de stoel direct, de vorm kwam me bekend voor, de stoel had ik eerder gezien bij het hotel. Uiteindelijke heb ik afscheid genomen van haar. 'Doe je de groeten aan je oma jongen?'.
Tja, daar stond ik dan, met toch een heel raar en apart gevoel. Zo'n mooi leven, zoveel rijkdom in mijn ogen en in mijn beleving. Maar wat ik voelde en zag was een oude vrouw met veel pijn.
Intussen had een groep krakers het hotel naar zich toegeëigend waardoor het hotel nog sneller in verval raakte. De gemeente heeft toen besloten om stappen te ondernemen en de krakers eruit te zetten. Met als gevolg dat na de uitzetting het dak door een aannemer verwijderd werd zodat ze er niet weer in gingen.
In die tijd ben ik nog een paar keren gaan kijken en zag dat het behoorlijk vervallen was, maar ook de mooie dingen zoals ornamenten die aan nog het plafon hingen. Maar ook een open haard, deurbeslag, een ligbad met daar boven een soort van ketel voor warm water. Het mooiste wat ik zag was de kamer net achter de serre op de eerste etage. Je kon zo door het raam heen kijken en zag dat het plafond helemaal weg was, maar boven aan de muur hing nog een wastafel met kraan met naast een kledingkast die aan de muur vast zat, de deur was weg en er hing nog kleding aan de klerenhangers., heel raar en apart gezicht.
Mientje Dullemond, zus van de overleden Wim Dullemond overleed in 2007. Mientje liet het pand en gronden na aan vijf goede doelen namelijk; de Hervormde gemeente, het Reumafonds, stichting Wilde Ganzen, Artsen zonder grenzen en KWF Kankerbestrijding. Al voor haar overlijden waren er al een aantal projectontwikkelaars bezig met plannen voor een nieuwe bestemming. Diverse wetten, regels en bestemmingsplannen zorgden ervoor dat het geen succes kon worden.
Zo konden ook diverse partijen het niet eens worden over hoe of wat te doen met het pand en de gronden erom heen. Na veel 'gedoe' staat het heden iets langer dan 7 maanden te koop voor een kleine € 685.000 k.k
Ik kon het toch niet laten om de makelaar maar eens op te bellen, zou ik de toekomstige koper kunnen worden van het pand en de grond….?
Was het maar waar, had ik er voldoende geld voor gehad dan had ik, denk ik, het pand misschien wel in oude staat teruggebracht.
Maar ik belde eigenlijk om te vragen over er belangstelling was getoond, ik kreeg te horen dat er diverse partijen informatie hebben opgevraagd. Dus wie weet zal het binnenkort een nieuwe eigenaar hebben, de vraag is dan wat zal er voor in de plaats komen?
Anno 2017 houd ik me vast aan de herinneren en beleving aan Hotel Laag-Soeren, beter bekend als Hotel Dullemond. Oké, ik heb 1 klein tastbaar iets, een klein blikje Baronie, hoe oud zal het zijn …. beter gezegd van wie is het geweest en wie heeft eruit gegeten en waren de chocolaatjes lekker?
Klik op de bovenste foto voor meer foto's.
Bronnen:
- Gelders archief
- Nationaal Archief
- filmpje Paul Veltman
- Dorp met een rijke geschiedenis van Aris Blankenspoor
Column: Jamie Lebbink