COLUMN - De temperaturen stegen afgelopen week tot boven de 35˚Celsius. Bij mij in huis bleef de temperatuur hangen op een comfortabele 24˚C. Heerlijk. Lang leve de rij bomen langs de tuin van mijn buurman.
Natuurlijke airconditioning en nog gratis ook.
Het zijn helaas wel eiken. Eiken die net als veel soortgenoten in Noord Europa bij tijd en wijle bezoek krijgen van de
eikenprocessierups. De media staan bol van de berichten over dit kuddedier en ik krijg regelmatig gehavende armen onder mijn neus geduwd van dorpsgenoten die zich gek krabben dankzij de jas van die rups.
Het dier gaat in zijn bestaan van larve naar vlinder via een aantal verschijningsvormen. Eén daarvan is een rups met een aaibaar ogende vacht gemaakt van honderdduizenden brandharen. Die brandharen zweven gezellig met de wind mee, tot wel 50 tot 100 meter van het nest en kunnen ogen, huid en luchtwegen van mensen en dieren irriteren.
Bijzonder is dat niet iedereen reageert op de haren.
Maar sommige mensen worden allergisch, wat tot een anafylactische shock kan leiden. Vergelijkbaar met de reactie die sommige mensen hebben op een wespensteek.
Met man en macht gaan we de langharige monsters te lijf. Maar het zijn er veel. Heel veel.
Dat heeft vermoedelijk te maken met de oprukkende warmte. Wat ook meehelpt is dat we in onze pogingen de buxussen te redden van de buxusmot, per ongeluk behoorlijk wat jonge koolmezen om zeep hebben geholpen; één van de natuurlijke vijanden van de processierups.
Voorlopig lijkt mijn gezin weinig last te hebben van de rupsen. Verleden jaar had ik wel een akelig hoestje wat mij, beroepsgedeformeerd als ik ben, wantrouwig deed opkijken naar de suikerspinachtige processierupsnesten bij mijn buurman.
Als je wel last hebt, zit er niets anders op dan de tips van het RIVM op te volgen: blijf uit de buurt (briljant), draag lange mouwen, was kleding met brandharen op hoge temperatuur (naveltruitjes zijn binnenkort weer helemaal hip), smeer met aloe vera producten en laat het nest verwijderen.
Helaas zijn de verwijderingsbedrijven bijzonder druk. De opmars van het veelpotige leger is ongekend en ons verweer tot nu toe weinig effectief.
Mijn maag draait overigens om als ik de verwijderingsmethoden bekijk.
Opzuigen en verdrinken of verassen, vergiftigen of, de topper, aaltjes bij een nest vrijlaten die de vijand via kop en kont binnentreden en opeten. Letterlijk een dodelijke invasie.
De vlinderstichting kijkt met lede ogen toe. Ook deze rups wordt een vlinder. Een niet heel mooie nachtvlinder, maar toch.
Bij het bestrijden wordt daarom onderscheid gemaakt in gevaar en risico. Alleen als blootstelling bij veel mensen kan optreden, wordt de rups bestreden. Scholen en zwembaden hebben voorrang. Nesten op verlaten plekken worden met rust gelaten. Daarnaast mag er niet bestreden worden als er vlakbij rupsen bivakkeren die op de beschermde vlinderlijst staan.
Conclusie voor mensen: tussen mei en september binnen blijven of lekker naar het zwembad. Voor rupsen: zoek een rustig plekje, of zorg dat je op die vlinderlijst terecht komt.
Column:
Tamara Onos (Tamara, wonende in Ellecom en auteur van Onder Invloed, een thriller die speelt in de gemeente Rheden)