COLUMN –
Wolrinka Steetzel uit Dieren schrijft Blogs over situaties uit haar leven, dit keer: 'De
auto die zijn eigen leven leidt'
Zoiets geks heb ik nog nooit meegemaakt: mijn auto wil niet meer uit! Vanmorgen parkeerde ik de auto bij een winkel. Ik wilde uitstappen en met een behoorlijke schok sloeg de auto af. Ik dacht: Dat gaat lekker, ik ben vergeten de auto uit te doen, dit terwijl ik de sleutels in mijn hand had.
Wat gek, het kwartje viel nog niet echt. Na de boodschap die ik moest doen, kwam ik terug bij de auto en zag ik dat de lampjes op het dashboard brandden, de lampjes die ook aangaan wanneer je de auto op het contact zet. Vreemd!
Bij de volgende winkel parkeerde ik de auto, haalde de sleutel uit het contact en de motor bleef gewoon doordraaien. Een vreemd fenomeen, je hebt de autosleutels in je hand en de auto is niet uit. Op naar de garage.
“Mijn auto wil niet uit”, zei ik.
“Oh wat gek”, zei de garagemeneer. “Dan moet je hem in de versnelling zetten en de koppeling loslaten, dan slaat de motor af.”
“Ja dat snap ik”, zei ik. “Maar dit is toch niet normaal?”
“Nee”, zei hij, “dat niet, maar ik ben héél erg druk en kan er nu niet naar kijken. Blijven er lampjes branden als de sleutel uit de auto is?”, vroeg hij.
“Ja”, zei ik.
“Oh, dat is niet goed voor de accu”, aldus de garagemeneer.
“Nee, lijkt mij ook niet.”
“Breng de auto vanmiddag maar, dan ga ik kijken of ik eraan toe kom.”
Mooi, erg aardig. In de tussentijd kon ik nog even naar de supermarkt. Daar aangekomen zette ik de auto op de nieuwe manier uit. In de versnelling en koppeling los, weer die enorme schok en de auto was uit. Dit had als gevolg dat mensen mij aankeken met een vragende blik of ik net mijn rijbewijs had gehaald. Nee lieve mensen, dat heb ik al vrij lang maar anders wil mijn auto niet uit!
Bij de kassa aangekomen stond de vrouw voor mij aan de verkeerde kant van het winkelwagentje. Niet aan de duwkant, zoals het hoort, maar aan de voorkant. Hiermee blokkeer je de halve lopende band, omdat de kar niet verder geduwd kan worden en daar word ik lichtelijk agressief van.
“Ga weg met die kar, zie je dan niet dat ik er niet bij kan?”, zei ik met mijn ogen. Heel subtiel bots ik ‘per ongeluk’ een paar keer tegen haar karretje aan, het hielp niets. Ze keek naar me met een blik alsof ze wilde zeggen: “Ik kan niet verder”. Jawel! Als je aan de goede kant van het karretje gaat staan, kun je wel verder!
Na deze ergernis heb ik de auto naar de garage gebracht, nu maar hopen dat de garagemeneer tijd vindt om het euvel te verhelpen. Oh ja, nog zoiets geks, ik parkeerde de auto bij de garage, zette de motor op de nieuwe manier uit en haalde de sleutel uit het contact. Op het moment dat ik wilde uitstappen, vlogen ineens de alarmlichten aan. “Heb jij dat gedaan?”, vroeg ik aan mijn zoontje, hij drukt namelijk wel vaker op die knop. Hij stond echter al buiten de auto. “Nee, dat was ik niet”, zei hij. Het werd steeds gekker.
Later die middag gingen we terug naar de garage om te informeren of het probleem met mijn auto was opgelost. Helaas had de garagemeneer geen tijd gehad om naar het mankement te kijken. Omdat de garagemeneer de volgende ochtend de auto zou inspecteren, liet ik de auto achter.
De volgende ochtend belde de garagemeneer mij op. Hij had niets kunnen vinden. Sterker nog, er brandde geen enkel lampje en de auto ging elke keer normaal uit. Dit had hij minstens vijftig keer getest. Ervan uitgaande dat het probleem zich vanzelf had opgelost, heb ik de auto opgehaald. En inderdaad, de auto deed weer normaal, geen gekke afwijkingen meer.
Ja hoor, na een rustperiode van een aantal weken besloot mijn auto zijn eigen leven weer op te pakken.
Wanneer ik hem uitzette, was er niks aan de hand, totdat het nacht werd. Dan ging hij, geheel zelfstandig, alle controlelampjes testen. Dit vond hij blijkbaar zo leuk dat hij daarmee doorging totdat de accu leeg was. Wanneer ik op mijn werk was, ging ik elk uur controleren of de lampjes nog uit waren. Ik voelde er namelijk weinig voor om na werktijd erachter te komen dat de accu leeg was en ik op zoek moest naar een collega met een auto die mij wilde helpen om middels startkabels, de auto weer aan de praat te krijgen.
Twee dagen later heb ik wederom mijn auto bij de garage gezet. Na een dag speurwerk had de garagehouder een mogelijke oplossing gevonden. Hij liet mij een schema zien van de stroomtoevoer en alle aangesloten onderdelen. Eén ervan had hij gekoppeld aan een schakelaar, zodat het gedeelte van de controlelampjes handmatig kon worden uitgezet.
Prima bedacht door de garagemeneer en ik nam de auto weer mee naar huis. Helaas, een nacht later, mijn auto was er niet ingetrapt. Hij liet zich niet tegenhouden door een schakelaartje. De hele nacht heeft de auto met de controlelampjes gespeeld met als gevolg dat de accu wederom leeg was.
De volgende ochtend vertrokken de auto en ik opnieuw naar de garagemeneer. Omdat de auto bij de garage niet zijn gekke afwijkingen vertoonde, moest de garagemeneer op de gok verdere opties onderzoeken. Het contactslot werd bekeken en andere bedrading werd aan een schakelaartje gemonteerd. Uren is hij ermee bezig geweest. Totdat de volgende ochtend de garagemeneer mijn auto aantrof met brandende lampjes.
Eindelijk toonde de auto zijn afwijking nu ook aan de garagemeneer. Hierdoor kon het probleem van de storing worden gevonden. Er bleek vocht in een van de elektrische kabels te zitten. De kabel werd vervangen. Ik kan weer zorgeloos mijn auto parkeren, zonder bang te zijn dat bij terugkomst de accu leeg is.