COLUMN - Het nieuwe jaar is bijna twee weken oud en het zal u vast opgevallen zijn dat de boodschappen duurder geworden zijn. De middenstand ziet in de verhoging van de btw (omzetbelasting) een mooi excuus. Bij uw boodschappen gaat het vaak om tien of meer centen per product.
Uw columnist gunt de winkeliers natuurlijk een net belegde boterham, maar dat brood en beleg duurder is ligt nauwelijks aan de omzetbelasting.
Een voorbeeld: bij de bakker betaalde uw columnist voor een brood € 3,10. Hetzelfde brood kost nu € 3,35. Van de € 0,25 is 8 cent door de Btw-verhoging van 6% naar 9% en ruim 15 cent voor de ondernemer (hij is over de prijsverhoging ruim 1,5 cent btw kwijt).
Nog een voorbeeld: een glas speciaal bier in de horeca kostte € 3,50 in 2018 en na de verhoging van de btw precies evenveel. Alcoholhoudende dranken zitten in het hoge btw-tarief van 21%, frisdrank, koffie, thee en
eten in de horeca zat op 6% en is nu 9%. Kopje koffie van € 2 wordt 6 cent duurder.
Als u in 2018 € 10 aan voedselmiddelen ophaalde, kost datzelfde mandje nu € 0,28 meer. U boodschappen worden ongeveer 2,8% duurder in 2019.
Het
Centraal Plan Bureau (CPB) verwacht in 2019 een gemiddelde loonstijging van 2,9%. Het Nibud heeft een
koopkrachtberekenaar ontwikkeld. De koopkrachtstijging is de loonstijging min de prijsstijging, dus wat u echt meer overhoudt per maand. De hoogte van uw inkomen en uw persoonlijke situatie kunt u invullen. Een paar voorbeelden: alleenstaande ouder in de bijstand met 2 kinderen 0,8% meer koopkracht, tweeverdieners die samen € 40.000 verdienen +0,1%, (echt)paar met een inkomen van € 70.000 +1,6% en een gepensioneerde met een klein pensioen +1,3%. Iedereen gaat er een beetje op vooruit zelfs met de prijsverhogingen.
Prijsverhogingen worden vaak uitgesteld als het economisch niet zo goed gaat en ingehaald als de lonen stijgen. Dat geldt ook voor de leveranciers van de middenstand. Dus de middenstand is ook duurder uit en berekent dat door aan hun klanten.
Rheden eet smakelijk!