COLUMN - Het zal u niet verbazen dat de redactie van
rheden.nieuws.nl mij heeft opgedragen om de komende tijd minstens twee columns per week aan te leveren. Toen men in de Emmastraat nog maar kort geleden mijn verhaal
“Tanden en kiezen” onder ogen kreeg, hebben ze gezien dat ik het schrijven nog niet ben verleerd. Dit is een goede reden om hier het begrip “inhaalcolumn” te presenteren.
U hoeft niet bang te zijn dat ik mij bezwaard voel, of dat ik mij zelfs verplicht voel om ter compensatie van mijn improductieve periode, wat overwerk te gaan verrichten. Ik doe het namelijk graag, maar ik vraag me wel af of twee columns per week voor sommige lezers niet wat veel is. Als het goed is wordt er naar aanleiding van mijn stukjes veel nagedacht en gepiekerd. Uit eigen ervaring weet ik dat dit niet per definitie goed is voor de gemoedsrust.
De belangrijkste reden voor deze “ingelaste” aflevering is natuurlijk de ontwikkeling rond het burgemeesterschap van Petra van Wingerden. Vaste lezers weten dat ze regelmatig ter sprake komt in mijn betogen. In mijn vorige column heb ik bijvoorbeeld verteld dat ik haar had beloofd om niet uit de school te klappen over haar bezorgdheid met betrekking tot de relatie tussen haar populariteit en het regelmatig genoemd worden in deze column.
Wat schetst mijn verbazing toen ik het openingsartikel van de Regiobode onder ogen kreeg. “Van Wingerden stopt als burgemeester
Rheden”. We lezen vervolgens dat ze na vele jaren van trouwe dienst het moment ziet naderen waarop ze haar ambtsketting gaat overdragen aan een opvolger. Uiteraard zijn haar collega’s en de raadsleden als eerste geïnformeerd over haar besluit, maar ik vind het wel jammer dat ze het niet nodig vond mij even persoonlijk op de hoogte te stellen.
Gelukkig meende de redactie van deze nieuwssite dat het in deze situatie gepast was om het boeiende verslag van het
interview , dat mijn zeer gewaardeerde en onderschatte medecolumniste Lous met de burgemeester hield, nogmaals aan ons te tonen. Hierin wordt duidelijk wat een geweldige burgemeester ons gaat verlaten. Ze is betrokken en ze kan geweldig mooi voorlezen. Uit eigen ervaring weet ik echter dat ze bovenal een groot liefhebber is van muziek.
We weten (nog) niet of het vertrek enkel is te verklaren door de nu openbaar gemaakte feiten. Natuurlijk is het uitgesloten dat we hier te maken hebben met een complot, maar het is toch wel heel erg toevallig dat na een column-loze periode van vijf weken, de gemeente plotseling wordt opgeschrikt door deze situatie. Hopelijk is Lous in de gelegenheid voor het einde van dit jaar mevrouw Van Wingerden middels een diepte-interview de werkelijke beweegredenen voor haar besluit te ontfutselen. Eerlijk gezegd heb ik toch sterk het gevoel dat we (nog) niet alles weten.
De komende tijd zal ik trachten alle toegestane middelen in het werk te zetten om onze burgemeester op andere gedachten te brengen, Mocht dit niet lukken, dan is dat heel vervelend. Toch kan ik u ter geruststelling verzekeren dat dit geen consequenties zou hebben voor het voortbestaan van mijn columns. Graag doe ik u hier nog even uit de doeken waarom.
Velen hebben tegenwoordig een hang naar het verleden, naar de tijd toen Nederland nog van ons was en toen we nog dat beroemde touwtje uit de brievenbus konden laten hangen. Over een paar jaar, als we naar verwachting nog verder in de ellende zijn weggegleden, zal iedereen in deze gemeente verzuchten: “Was Petra van Wingerden nog maar burgemeester; toen was alles beter.”
Ik vrees dat ik in de toekomst nog vaak gebruik zal kunnen maken van deze zin. Er is dus niets aan de hand. Zonder zorgen kan ik mij de komende tijd rustig gaan concentreren op het uitkiezen van leuke onderwerpen voor het extra werk dat ik heb te verrichten.
Gelukkig heeft de redactie geen verdere eisen of voorwaarden gesteld betreffende de inhaalcolumns en dit biedt zeker onverwachte en ongekende mogelijkheden. Voor deze keer zit het er helaas al weer op, maar u moet vooral niet raar opkijken als ik de volgende keer een hele column vol schrijf met zestig keer de zin: “Ik moet beter mijn best doen en vaker een column schrijven”.