Column - Zoals u zult begrijpen ga ik hier niet al te lang stil staan bij het “grote” nieuws dat velen van ons de afgelopen week zo heeft bezig gehouden. Veel columnisten hebben al hun visie gegeven.
Hoewel ik me zelf doorgaans niet laat meeslepen door de waan van de dag overkwam het me toch dat ik me op een ochtend realiseerde dat ik door een terrorist was bedreigd vanwege het feit dat ik aan de verkeerde kant zou staan. Zelfs in een droom snapt zo iemand niet dat ik geheel geweldloos door het leven ga, het beste met iedereen voor heb en altijd op zoek ben naar de nuance.
Kernvraag is natuurlijk of we ons bezorgd moeten maken over onze toekomst en of we al dan niet bepaalde acties moeten ondernemen. Wijzen naar het grote aantal verkeersdoden dat dagelijks te betreuren is vind ik nogal kort door de bocht, maar het is toch wel belangrijk dat we de zaken in de juiste proporties blijven zien.
Daags na de MH17-ramp heb ik helaas moeten vaststellen dat er dagelijks driehonderd burgerslachtoffers te betreuren zijn als gevolg van oorlogshandelingen. Ik laat het aan u over om uit deze constatering de juiste conclusie te trekken.
We laten deze “ver van ons bed show” voor wat het is en gaan ons verdiepen in een veel ingrijpender en belangrijker onderwerp, namelijk het wel en wee van de winkels in onze gemeente, ons koopgedrag en de toekomst. Ik volg de bevindingen van Cor Molenaar, iemand die zich bezig houdt met het “retail-gebeuren”.
Enige tijd geleden was in zijn nieuwsbrief te lezen, dat na bestudering van het koopstromenonderzoek door onderzoeksbureau I&O research is gebleken, dat vooral gemeentes met minder dan vijftigduizend inwoners na verloop van tijd minder tot geen winkels meer hebben. Gezien het aantal inwoners van Rheden zal het er dus om gaan spannen, te meer omdat deze gemeente meerdere kleine kernen heeft.
Nu denkt u ongetwijfeld dat het wel zal loslopen. Toch wijs ik er graag nog even op dat we ons volgens Molenaar zelfs moeten gaan afvragen wat de impact zal zijn van Chinese webwinkels, drones of platformen. Waarom “disruptie” niet alleen een bedreiging is, maar ook kansen biedt voor nieuwe toetreders is mij helaas een raadsel.
Ik ga u hier eerlijk bekennen dat ik, ondanks een redelijke IQ, een brede algemene ontwikkeling en een behoorlijke woordenschat, geen idee heb van wat dit mooie woord betekent. Nu vrees ik niet dat dit vergaande gevolgen zal hebben; we hebben als individu doorgaans toch geen invloed op dit soort ontwikkelingen.
Ik moest hier aan denken toen ik op rheden.nieuws.nl las dat de werkzaamheden in Dieren, die plaatsvinden in het kader van de renovatie van het Callunaplein, tijdelijk zijn opgeschort. Dit lijkt mij geheel in de lijn der verwachtingen, omdat we hier te maken hebben met een achterhoedegevecht.
In de Velpse winkelstraten valt het volgens mij nog wel mee, maar het aantal leegstaande winkelpanden in Dieren is opvallend. Ik zie de laatste tijd steeds vaker berichten voorbij komen die oproepen om ons geld uit te geven bij plaatselijke ondernemers. Een mooie gedachte, maar ik plaats daar graag wat kanttekeningen bij.
Het doet mij denken aan de
crisis gedurende de jaren dertig van de vorige eeuw waarin werd opgeroepen: “Koopt Nederlandsche waar, dan helpen wij elkaar”. Gaan we weer terug naar de tijd dat je als katholiek of protestant uitsluitend spullen kocht bij een geloofsgenoot? Kopen we onze spullen bij het Turkse winkeltje op de hoek of toch liever bij De Grootgrutter? We zijn nog steeds echte Nederlanders en houden onszelf de illusie voor dat we voor kwaliteit gaan, maar uiteindelijk geeft de prijs de doorslag.
Dit geldt natuurlijk ook voor al onze aankopen via internet; lekker makkelijk en goedkoop. Maar je kunt tegenwoordig ook tot de ontdekking komen dat de pompoenen bij de natuurvoedingswinkel aanmerkelijk goedkoper zijn dan bij de supermarkt.
Ik wens u allen al vast een "koopvolle" decembermaand. Hopelijk mag het gezonde verstand het winnen van onze hebzucht en zijn onze ogen niet groter dan onze maag. Verder raad ik de slimme retailers aan om in plaats van de herrie van Sky Radio het winkelende publiek te gaan paaien met wat rustgevender klanken. Wellicht is er dan ook in deze donkere tijden nog wat hoop.