COLUMN - In een serie van vier berichten zullen we kijken naar de functie van de Dierenvoedselbank en zullen we de verhalen lezen van enkele gebruikers, in dit tweede bericht spreken we verder met de oprichters van zo’n Dierenvoedselbank in Dieren.
DIEREN - “Wij zijn dan wel het bestuur,“ legt Diana uit, ”maar we zijn niet meer of minder dan onze cliënten. Toch merken we dat mensen nog steeds een drempel over moeten om kenbaar te maken dat ze hulp nodig hebben. Wij willen juist dat mensen weten dat bij ons iedereen kan aankloppen voor hulp, ongeacht je kleur, achtergrond of hoe goed of slecht je het hebt.”
Diana legt uit dat er voorbeelden zijn van gezinnen die drieduizend euro in de maand hebben, maar wel in de schuldsanering zitten en hierdoor bij weinig instanties kunnen aankloppen. Ondanks het feit dat dit gezin slechts enkele tientjes per week te besteden heeft. Dit zijn mensen die wel op de hulp van DBD kunnen rekenen maar bij een reguliere voedselbank buiten de boot vallen.
“Het maakt niet uit welk inkomen je hebt, maar wat je overhoud.”
Natuurlijk zijn er wel criteria. Zo zullen mensen die al hun geld vergokken niet kunnen rekenen op onvoorwaardelijke steun, en ook mensen die hun geld in een drankverslaving stoppen krijgen niet zomaar hulp.
Mo legt uit, “dit zijn dingen die wel iets meespelen, maar we proberen dit soort mensen alsnog te helpen. In ieder geval met dierenvoer.”
Toch zou je verwachten dat de behoefte aan een Dierenvoedselbank aan het afnemen is, gezien we uit de economische crisis zijn en iedereen er financieel op vooruit zou moeten gaan. Maar het tegendeel lijkt waar.
“We hebben hier geen verklaring voor,” zegt Diana, “maar het komt waarschijnlijk omdat het voor de minima veel langer duurt om weer op te krabbelen. Zij hebben geen reserves.”
Op de vraag waar deze behoefte, om andere mensen te helpen, vandaan kwam moeten beide dames lachen.
“Het bestuur,” begint Diana Kersbergen, “dat zijn Mo en ik en nog één ander bestuurslid, wij weten zelf hoe het is om geld problemen te hebben, of een PGB of om niet rond te kunnen komen. Wij zijn, hoe zeg je dat, ervaringsdeskundige.”
“Inderdaad, ervaringsdeskundige,”
zegt Mo bevestigend.
Dit blijkt ook zo te zijn voor de ongeveer 13 vrijwilligers die veelal een afhaalpunt beheren of helpen bij het inzamelen van voeding of donaties. Dit zorgt ervoor dat zowel Diana als Mo weten hoe het is om financiële zorgen te hebben en zich daarom ook kunnen verplaatsen in hun cliënten. Iets dat er voor lijkt te zorgen dat deze cliënten zich erg op hun gemak voelen bij DBD.
Van de 800 tot 1000 cliënten, die geholpen worden door DBD, heeft ongeveer de helft een (of meerdere) honden, veertig procent heeft (een) kat(ten) en de overige tien procent bestaat uit knaagdieren, vogels en vissen.
Iedereen is welkom
Een van de dingen die al snel duidelijk werd tijdens het gesprek met Diana en Mo is dat er veel vooroordelen rusten op mensen die gebruik moeten maken van een Dierenvoedselbank.
“Dat zinnetje,“ zegt Diana gepassioneerd, "je moet geen dier nemen als je het niet kan betalen’, dat komt zo langzamerhand echt mijn neus uit.” Ze legt uit dat hun cliënten al dieren hadden voordat de economische problemen zich voor deden.
“Wij staan niet toe dat iemand die al hulp van ons krijgt nog meer dieren aanschaft. Bovendien is bij ons de limiet drie dieren.”
Ook wordt er wel gelet op waar cliënten het geld dat ze hebben aan uitgeven, zo is het niet de bedoeling dat iemand aanklopt voor hulp, maar wel zijn geld vergokt, “in die situatie mag je eerst professionele hulp gaan zoeken.”
Toch blijft het vooroordeel bestaan. Ook al hebben de meeste cliënten weinig tot geen zeggenschap gehad in de situatie waarin ze zich bevinden.
De komende dagen spreken we met Ellen en René, twee gebruikers van DBD.
(Serie geschreven door: Sebastiaan Torenhof)
Het nieuws van
rheden.nieuws.nl gemakkelijk volgen? Like dan ook onze
Facebookpagina , volg ons op
Twitter of
LinkedIn en
Instagram of krijg gratis onze dagelijkse of wekelijkse
nieuwsbrief .