VELP - In aanloop naar de
Giro in Gelderland werd er door
BIZ Centrum Velp een
schrijfwedstrijd georganiseerd met als prijs een boekenbon van
Boekhandel Jansen & de Feijter in Velp .
De jury, met als voorzitter de heer Schouwenaar, zelf schrijver, wielrenner en advocaat uit Velp hebben het
verhaal van Peter Teunissen uit
Rheden als winnaar gekozen.
Teunissen heeft zijn fantasie, met in acht nemende de titel, de vrije loop gegeven: 'De Muur van Beekhuizen', de beoordeling van Schouwenaar was doorslaggevend, zijn motivatie;
Het verhaal van P. Teunissen heeft gewonnen om de volgende redenen:
- De keuze van het onderwerp. Zeer verrassend, want niet over wielrennen.
- De inhoud. Ik proefde verlangen, weemoed en ook een zweem erotiek.
- Het taalgebruik. Verzorgd, zonder meer.
De Giro commissie van
BIZ Centrum Velp en de jury danken alle schrijvers/schrijfsters voor hun verhaal en feliciteren Peter Teunissen als winnaar.
Het winnende verhaal:
HET MUURTJE was er al decennia. Het had een zusje, -of was het een broertje?- daar aan de lieflijk stromende Beekhuizense beek, nabij de aloude boswachterswoning aan de rand van het Beekhuizense bos.
Samen vormden ze een schilderachtig, zij het gemetseld bruggetje. Ze genoten er van de ijsvogel en de van tijd tot tijd langsscherende zwaluwen, die zich er ieder op eigen wijze thuis voelden ...
ZIJ was zo rond de twintig lentes, bevallig van uiterlijk en immer onberispelijk gekleed, als ze haar dagelijkse buitenrit maakte. Ze bereed als gewoonlijk een fraaie ruin, qua leeftijd ongetwijfeld een adolescent.
Het muurtje en de amazone "ontmoetten" elkaar daar al jaren. De eerste, met dat zusje of broertje, deed dienst als overzetpunt van de kleine vliet. Het deed eveneens dienst als bankje, gelijk een rust- en uitkijkpunt.
Met in de diepte rondspiedende beekforellen en erop al dan niet toevallige passanten, maar ook minnekozende geliefden, die er hun romantisch plekje vonden.
Tot op die zaterdagochtend begin mei.
ZIJ kwam nietsvermoedend, in gestrekte draf, aangesneld. De voeten van de edele Hannoveraner kletterden over het slecht geplaveide vooroorlogse weggetje. Als gebruikelijk zou ze het bruggetje met onverminderde vaart passeren om daarna in galop de Beekhuizense bossen te bestormen, richting de arcadisch gelegen bosvijver, niet gehinderd door een stelsel van ruiterpaden zoals heden ten dage.
Ditmaal was er die onzichtbare vijand, die het muurtje transformeerde tot een ongenaakbare MUUR.
De edele viervoeter ervoer het obstakel als een onneembare veste en reageerde dientengevolge even impulsief als abrupt. En met twijfelachtig succes.
Alvorens de barrière te hebben beslecht, stond hij stil, met trillende neusgaten en oorverdovend gebries.
Zijn berijdster werd uit het zadel gelicht en vloog met een sierlijke boog aan gene zijde van de vijand., alwaar ze met een doffe klap op de harde bosgrond terecht kwam. Versuft en aangeslagen bleef ze een wijle liggen. De ruin, nu schijnbaar onaangedaan, snuffelde even rond, als zou er ter plekke enig smakelijk gras te vinden zijn, om zich vervolgens om te draaien en spoorslags de weg terug te galopperen, de buitenwijk van het villadorp door.
Verkeer en andere obstakels trotserend denderde hij voort.
De ongelukkige ruiter werd intussen door behulpzame handen op de been geholpen en gelaafd. Een hunner, een gepensioneerd controlerend geneesheer, behandelde een licht bloedende wond en constateerde een niet al te zware hersenschudding bij het slachtoffer.
Gelukkige was de lijflijke schade minder ernstig dan het zich aanvankelijk had laten aanzien.
Het geschrokken ros, klaarblijkelijk begiftigd met een voortreffelijk geografisch inzicht, bereikte intussen ongeschonden de vertrouwde stal, in het centrum van het dorp. Het verbaasde personeel, in die tijd niet uitgerust met handzaam social media-apparatuur, voorzag het dier van water en passende paardenhapjes.
Later passeerde het onafscheidelijke duo nog vele malen die vermaledijde "Muur van Beekhuizen", zij het stapvoets en aan de teugel, om daarna de Beekhuizense bossen te bestormen, als ware er nooit iets gebeurd.
De Muur is er nog steeds, de forellen wellicht ook en af en toe ziet men er minnekozende paartjes, als vanouds, wellicht kinderen van deze tijd, kinderen van hen van weleer.