Commandant Landstrijdkrachten Mart de Kruif: ‘Er bestaat geen wereld die maakbaar is’

22 nov 2015, 20:56 Nieuws
martin de kruif overste van den brink1
Overste Van den Brink1

RHEDEN - ‘Er bestaat geen wereld die maakbaar is’, dat zegt luitenant-generaal Mart de Kruif. De huidige Commandant Landstrijdkrachten, die opgroeide in Rheden, gaf op 19 november 2015 een lezing over leiderschap in het Dorpshuis van Rheden. Dit op initiatief van het genootschap Rheejes Praote.

Door Marieke B. Lenstra:

Geboren in Apeldoorn, getogen in Rheden. ‘Veel van wat ik goed of fout gedaan heb, de oorsprong ligt hier’, grapt de luitenant-generaal. ‘Het meeste leer je van je fouten.’ En daarover wil hij het in zijn presentatie hebben. Wat wel en niet werkt. ‘Dat is voor iedereen verschillend, maar ik geef u mijn ervaring.’

martin de kruif overste van den brink2

Bloedig

De Kruif trapt af met een video van een vuurgevecht in Afghanistan. In 2009 gaf hij leiding aan ruim veertigduizend militairen uit 24 landen die behoorden tot International Security Assistence Force (ISAF), een internationale stabilisatiemacht met een VN-mandaat die de Afghaanse regering moet helpen bij het handhaven van de veiligheid. Als commandant van het Regional Command South was hij verantwoordelijk voor de inzet van de coalitietroepen in de strijd tegen de Taliban. In de video staan vooral de stemmen van de soldaten centraal. Uit de gesprekken blijkt dat de pelotonscommandant is geraakt en er moet iemand naar toe om hem te helpen.

‘Wat u niet ziet, is dat ik hier vlak in de buurt was’, zegt De Kruif. ‘Ik heb ’s avonds aan zijn bed gezeten en heb zijn hand vastgehouden terwijl hij dood ging. Ik heb later een brief geschreven aan zijn ouders, die hun enige zoon verloren hadden. Hij was één van de 282 mensen die zijn overleden onder mijn leiding.’ Hij laat een stilte vallen en zegt dan: ‘Dat is mijn beroep. Wij hebben het enige beroep waarin de opdracht boven alles gaat, ook boven het eigen leven. En dat maakt ons beroep uniek.’

Volgens De Kruif is Veteranendag een groot goed. Hij toont afbeeldingen van massagraven, zoals die op de Grebbeberg. ‘We leven nu in relatieve vrijheid. We vergeten wel eens dat het bloedig was tussen 1940 en 1945.’ Zo ook in Afghanistan. ‘In 2009 had onze tegenstander ook maar één doel: zo veel mogelijk bloed maken.’

Excellent leiderschap

In 1977 ging De Kruif naar de KMA en studeerde in 1981 cum laude af. Vervolgens begint hij aan een lange reeks operationele functies bij de infanterie. Toen in 1994 de dienstplicht werd afgeschaft, veranderde het leger. Een beroepsleger is veel kleiner en wordt vaker ingezet. Dat betekende dat De Kruif moest omturnen. ‘In plaats van de dingen zo goed mogelijk te doen, moest ik de juiste dingen doen.’

Voor De Kruif is Gijs Tuinman, die de hoogste dapperheidsonderscheiding ontving voor zijn daden, ‘het schoolvoorbeeld dat we als landmacht hebben leren vechten’. Begin september 2009 weet Tuinman vechtend vanuit een hinderlaag met beleid een reddingsactie aan te sturen. In december bewijst hij tactisch vernieuwend te zijn door drie Nederlandse Cougar-transporthelikopters in te zetten bij de zoektocht naar Taliban-strijders. Dit kwalificeert als excellent leiderschap waarvoor hij tot Ridder in de Militaire Willemsorde werd geslagen.

martin de kruif marieke b lenstra2

Maar wat betekent dat dan, leiderschap? De Kruif gaf leiding in een wereld waarin iedereen wat van hem wilde. Hij illustreert dit met foto’s van hem met vooraanstaande wereldleiders en een foto van zijn wekelijkse persconferentie. ‘Ik was een NATO-militair met een Nederlands uniform. Ik heb talloze politiek leiders op bezoek gehad en zo ongeveer alle media in de wereld gehaald.’ En daar stond hij dan, ooit die kleine jongen uit Rheden.

Schuldvraag

Leiding geven onder extreme omstandigheden, vraagt om bijzondere kwaliteiten. De Kruif: ‘Wij kunnen geen advertentie in de Intermediair zetten om een commandant voor de landmacht te werven. Wij vormen onze commandanten zelf, want we hebben behoefte aan leiders; niet aan managers. Je hebt kennis en ervaring nodig om onder extreme omstandigheden te kunnen functioneren. Je moet het ruiken, voelen, proeven. Dat bereik je alleen met training, training en nog eens training. Je kunt nooit genoeg trainen.’

Als er dan iemand onder je leiding sneuvelt, wie is er dan verantwoordelijk? En wie heeft er schuld? Aan de hand van een paar praktijksituaties illustreert de Commandant Landstrijdkrachten op interactieve wijze dat dit een grijs gebied is. Dat maakt het lastig om mee om te gaan.

De Kruif:

‘Je moet accepteren dat mensen fouten maken. Je moet zorgen dat je jezelf nog aan kunt kijken in de spiegel en kan denken dat je er alles aan gedaan hebt. Leiding geven doe je niet alleen. Je hebt mensen nodig die kritisch met je mee kijken en je af en toe vragen of dit nu wel zo’n goed idee is. Maar ook dan lukt het niet altijd. We leven niet in een maakbare wereld.’ Hiermee raakt hij de kern van zijn krachtige betoog. ‘Twee op de drie mensen die sneuvelden was officier. En ik zou haast zeggen: “Zo hoort het ook”. We duwen niet van achteren maar trekken van voren. Leiderschap uit zich vooral als het slecht gaat. Lintjes uitreiken kan iedereen’,