In de zomer van 2013 besloot ik een vetbult te laten verwijderen. Vooraf werd een MRI gemaakt. De uitslag luidde: prima operabel. Goed nieuws. Net voor het verlaten van de kamer vroeg de chirurg of ik rookte. Verbaasd antwoordde ik nee... De laborant had iets vreemds gezien aan het beenmerg. Het kon bloedarmoede zijn. Beduusd liet ik bloed prikken.
Zo begon totaal onverwacht mijn rit in de onzekerheidsachtbaan. De diagnose was Chronische Lymfatische Leukemie. Ik weet niet welk beeld dat bij u oproept, maar ik zag mijn begrafenis voor me en mijn kinderen zonder hun moeder. Mijn leven was voorbij. Dacht ik... Maar de boodschap die ik kreeg was een iets andere. Zoals Herman Finkers het treffend verwoordde in zijn show ‘Na de pauze’: “…je gaat er wel dood aan en het is ongeneeslijk, maar gelukkig is het mild.” Mild, omdat het nog heel lang kan duren. Of niet. Dat is niet te zeggen. De ‘behandeling’ is wait and see, ofwel afwachten tot ik zieker word. Met deze onzekere boodschap en de opdracht het ‘een plekje te geven’, mocht ik naar huis. Vanaf dat moment dacht ik: En nu?
Ik was doodmoe. De grond onder mijn voeten was verdwenen. Tegelijkertijd voelde ik een enorme onrust en haast. Ik wilde dit helemaal niet. Wat moest en kon ik ermee? Wat voor zin had mijn leven? Waarom zou ik mijn bed nog uitkomen? Ik voelde me ook een aansteller. Ik was niet eens ziek genoeg voor behandeling, dus wat zeurde ik eigenlijk? Dat ik wel degelijk ziek was en serieus te nemen klachten had, drong niet tot me door.
Maanden later las ik op internet over het Bemindonderzoek naar het effect van mindfulness op vermoeidheid bij kanker. Ik wilde dolgraag minder moe zijn. Ik mocht meedoen aan een training en leerde gericht met het verwerkingsproces bezig te zijn en ontspanning te ervaren in een spannende tijd. Wat ik nog miste, was richting. Een doel om voor op te staan. Mijn huisarts raadde het Helen Dowling Instituut aan. Het werd tijd dat ik erkende dat ik kanker heb.
Vanaf de eerste verwelkoming door de gastvrouw van het HDI Groesbeek, voelde ik me gedragen. Individuele gesprekken, de groep ‘omgaan met kanker’ en ook het boek ‘En nu?’ van Eveline Tromp in de HDI-bibliotheek, leerden me dat mijn gevoel normaal was. Ik ben geen uitzondering, geen aansteller. De weg die ik heb te gaan, is zwaar. Maar hij is niet onmogelijk. Die erkenning, herkenning en niet oordelende steun gaf eindelijk ruimte. Ruimte voor rust, herstel en vertrouwen. De achtbaan heb ik inmiddels verlaten voor een zoektocht. Een tocht naar wat voor mij belangrijk en zinvol is en waar ik, ongeacht hoe ziek ik ben, mijn bed voor uit kom.
En nu? Ik loop mijn pad en vind mijn weg, dankzij het Helen Dowling Instituut. Natuurlijk blijft er onzekerheid en angst, maar er zijn ook ontelbare waardevolle momenten van geluk en groei. Ik leef en geniet nu meer dan ooit. Met toenemend (zelf)vertrouwen.
Wat doet het Helen Dowling Instituut?
Ieder jaar krijgen 100.000 mensen de diagnose kanker en dit aantal stijgt. De diagnose slaat vaak in als een bom en kan allerlei heftige gevoelens oproepen. Het Helen Dowling Instituut helpt mensen met kanker - en hun naasten - de ziekte emotioneel te verwerken. Wij helpen jaarlijks ruim 1.500 cliënten vanuit onze vestigingen in Groesbeek, Arnhem en Bilthoven. Het instituut biedt individuele-, groeps-, gezins- en internettherapie aan en deze zorg wordt gemiddeld met een 8,5 gewaardeerd. Uit onderzoek blijkt dat de psycho-oncologische zorg zeer effectief is: de meest voorkomende klachten – angst, depressie en vermoeidheid – nemen duidelijk af. Onze zorg staat open voor alle mensen met kanker en hun naasten, ongeacht de fase van de ziekte, medische behandeling, prognose, sekse of leeftijd.